Druivenrassen
Witte druiven
Duitse wijndruiven en beplant oppervlak in % van het totaal.
- Riesling (21,9%) - Edele aromatische druif. Ook wel de Koningin onder de druiven genoemd.
- Müller-Thurgau (ook wel Rivaner genoemd) (13,4%) - Geeft fruitige en frisse wijnen die jong gedronken moeten worden.
- Silvaner (5,1%) - Vooral in Franken veel aangeplant.
- Grauburgunder, Grauer Burgunder of pinot gris (4,6%) - Vroeger vaak Ruländer genoemd.
- Weissburgunder of Weisser Burgunder is dezelfde druif als Pinot blanc (4%).
- Kerner (3,4%) - Een stevige, weerbestendige druif met muskaataroma.
- Bacchus (2%)
- Scheurebe (1,6%) - Heeft de smaak van zwarte bessen.
- Chardonnay (1,1%).
- Gewürztraminer (0,8%)
- Morio-Muscat (0,5%).
- En verder nog kleine oppervlakten met Weisser Gutedel, Chasselas, Huxelrebe, Ortega, Faberrebe, Elbling, Sauvignon blanc, Auxerrois blanc, Gele Muscatel, Reichensteiner, Siegerrebe en Ehrenfelser.
|
|
|
Riesling |
Müller-Thurgau (Rivaner) |
Silvaner |
|
|
|
 |
 |
 |
Grauburgunder (Pinot Gris) |
Weissburgunder (Pinot Blanc) |
Kerner |
| |
|
|
 |
 |
 |
Bacchus |
Scheurebe |
Chardonnay |
| |
|
|
 |
 |
 |
Gewürztraminer |
Morio-Muscat |
Sauvignon Blanc |
Blauwe druiven
Duitse wijndruiven en beplant oppervlak in % van het totaal.
- Spätburgunder is dezelfde druif als Pinot noir (11,1%). In Baden komt deze druif het meest voor.
- Dornfelder (7,8%) - Geeft donkere, vrucht-betoonde wijnen.
- Blauer Portugieser (4%)
- Trollinger (2,4%) - Zeer laat rijp. Hartige wijnen.
- En verder nog kleine oppervlakten met Schwarzriesling, Regent, Lemberger, St.Laurent, Acolon, Merlot, Domina, Dunkelfelder, Cabernet Sauvignon, Frühburgunder, Cabernet Dorsa, Samtrot en Heroldrebe.
|
|
|
Spätburgunder (Pinot Noir) |
Dornfelder |
Blauer Portugieser |
|
|
|
 |
 |
 |
Trollinger |
Schwarzriesling |
Samtrot |
| |
|
|
Wijnsoorten
- Rotwein: Rode wijn uit blauwe wijndruiven. De gekneusde druiven vergisten samen met schillen, pitten en steeltjes tot het eindproduct.
- Rotling: Wordt uit witte en blauwe druiven gemaakt. Beide kleuren druiven vergisten ook hier samen, net als de rode wijn, tot het eindproduct. Wordt daarom lichter van kleur.
- Schillerwein: Is een roséwijn van witte en blauwe druiven. Het wordt ongeveer net zo gemaakt als Rotling. Echter de vaste bestanddelen worden binnen 24 uur van de most gescheiden.
- Weissherbst: Roséwijn van blauwe druiven. Omdat de schillen van de blauwe druiven maar kort met de most in aanraking zijn geweest, wordt er maar weinig kleurstof aan de toekomstige wijn afgeven.
- Weißwein: Witte wijn van blauwe maar meestal van witte druiven. Alleen het sap van de druiven vergist tot wijn.
- Federweißer: Dit is vers geperst druivensap dat begint te gisten. Het gaat hier dus om prille most. Vaak tijdens het oogstseizoen door plukkers gedronken.
- Sekt: Mousserende wijn volgens de transvasiermethode of méthode traditionnelle.
- Perlwein: Witte of rode parelende (mousserende) wijn. Gemaakt volgens de Méthode Charmat.
- Droge wijnen komen op de markt als Trocken: Rz (rest suiker) t/m Rz 9 gr/lit
Halfdroge wijnen, Halb-Trocken, Feinherb of Fruchtig genoemd: van Rz 9 gr/lit t/m Rz 18 gr/lit
Zoete wijnen hebben afhankelijk van het karakter de termen Lieblich of süss: van Rz 18 gr/lit t/m Rz tot 45 gr/lit (Met Edelsüss aangeduide wijnen Rz vanaf 45 gr/lit en hoger)
Uitgebreide achtergrondinformatie rassen
Witte druivenrassen
Riesling
De Riesling groeit in alle Duitse wijngebieden en beslaat een oppervlakte van ruim 21.000 hectare. Hij vertegenwoordigt als geen andere druif de Duitse wijncultuur. Riesling wordt voor het eerst genoemd in de 15de eeuw. De groeiwijze, grootte van de druiven, de lange rijpingstijd en vorstbestendigheid doen verwantschap vermoeden met wilde druiven. Nog altijd vraagt men zich af waar de naam precies vandaan komt. Internationaal staat hij bekend als Rheinriesling.
De Riesling is een langzaam rijpend ras. Daarom is Riesling voorbestemd voor de noordelijke gebieden, waar hij in de late herfstzon zijn rijping krijgt. De verdere optimale condities bieden de stenige steile hellingen langs de rivierdalen die de zomerwarmte opslaan. Naast ongecompliceerde wijnen voor alledag biedt Riesling een rijke keuze aan predicaatwijnen. Bij de hogere kwaliteitsniveaus komen vaker zoete of edel zoete wijnen voor, terwijl ook heel wat Qualitätswein- en Kabinettwein (vooral in de noordelijker gebieden) ter compensatie van de hoge zuurgraad met een beschaafd restzoet uitgebalanceerd wordt.
De typische Riesling heeft een bleek naar groengeel tenderende kleur. Rieslings moeten pas minimaal een jaar na de oogst gedronken worden. Vele bereiken hun optimale drinkrijpheid pas na enige jaren.
Müller-Thurgau (Rivaner)
Deze ongecompliceerde wijnen zijn mild en toegankelijk. Meestal zijn het jeugdige, lichte en frisse wijnen voor alledag.
De druif dankt zijn bestaan en naam aan professor Hermann Müller uit het Zwitserse kanton Thurgau. Müller, die leefde van 1850 tot 1927, kweekte dit ras in het onderzoeksinstituut van Geisenheim. Recente DNA-analyse hebben aangetoond dat hij voor deze kruising gebruik maakte van Riesling x Madeleine Royale. Het synoniem Rivaner is een samentrekking van de woorden Riesling en Silvaner. Deze twee rassen heeft men lange tijd aangezien als de ouders van de Müller-Thurgau.
Tegenwoordig beslaat hij een oppervlakte van 14.000 hectare. Tot de jaren 90 werd de Müller Thurgau beschouwd als het belangrijkste witte wijndruivenras van de Duitse wijngebieden. Zijn populariteit dankt hij onder meer aan zijn flexibiliteit en toegankelijkheid voor een groot publiek. Bovendien stelt de Müller-Thurgau geen al te hoge eisen aan de ligging en is hij betrouwbaar wat betreft opbrengst.
Silvaner
Aan het begin van de 19e eeuw begon de gestage opmars van de Silvaner. Zij verdrong oude, mindergoed presterende rassen, maar ook Gutedel en Elbling, bijvoorbeeld in de Pfalz. Medio 19e eeuw was het zelfs het belangrijkste Duitse druivenras. Een op de twee wijnstokken was Silvaner. De Rheinhessen Silvaner beslaat bijna 2500 hectare. Verder staat in Franken nog eens 1250 hectare Silvaner, in de Pfalz zo’n 900 hectare en nog eens 300 aan de Nahe.
De Silvaner stelt hogere eisen aan de bodem dan de Riesling. Droge of stenige bodems voldoen bijvoorbeeld niet. Silvaner is gevoelig voor vorst. Vooral de Frankische wijnboeren kunnen dat keer op keer meemaken. Silvaner kan hoge opbrengsten opleveren voor ongecompliceerde wijnen voor alledag, maar bij beperkte opbrengst evenzogoed hoge predikaatwijnen. Beeren- en Trocken beerenauslesen behalen. De Silvaner geldt op vorstvrije plaatsen als betrouwbaar in opbrengst bij een gemiddelde rijpingstijd. De wijnen zijn aan de neutrale kant en met mildere zuren dan bijvoorbeeld de Riesling.
Silvaners zijn er als wijnen voor alledag en als maaltijdbegeleiders. De krachtige varianten smaken ook bij een stevige plattelandskeuken. Verfijnde wijnen uit Franken passen prachtig bij vis, Silvaners uit Rheinhessen en de Pfalz bij asperges. Ze zijn op hun aangenaamst tot twee jaar na de oogst.
Kerner
Kerner is een witte kruising van de blauwe Trollinger en de witte Riesling. Ze kwam tot stand in 1929 dankzij de druivenkweker August Herold. Aanvankelijk sprak men van de witte Herold, totdat de druif de naam Kerner kreeg. In 1969 werd deze kruising officieel erkend.
De Kerner is een mooie zachte wijn. Toegankelijk, een beetje koel, blond en haast Scandinavisch. Begin jaren zeventig maakten zowel producenten als consumenten kennis met deze mooie Kerner. Ook in andere landen wordt ermee geëxperimenteerd maar van de Duitse wijngebieden met hun gematigde klimaat en daardoor lange rijpingstijd lijken toch de mooiste Kerner wijnen te komen. Vooral de Spátlese en Kabinet Kerner wijnen van Duitse bodem zijn onvergetelijke schoonheden.
De Kerner houdt van bodems die niet te vochtig en ook niet te droog zijn. Een lange rijpingstijd tot ver in het najaar maakt mostgewichten mogelijk die hoger liggen dan die van Riesling. De rijpheid van het hout en de winterhardheid zijn goed. Dit robuuste ras heeft geelgroene druiven met een dikke schil.
Weissburgunder
Elegante, droge Weissburgunders met hun frisse zuren en fijne fruitigheid zijn ideale zomerwijnen.
Behalve in Duitsland is de Weissburgunder ook in diverse buurlanden te vinden. In Frankrijk is dat onder de benaming Pinot Blanc, in Italië als Pinot Blanco. Verder is hij aangeplant in Oostenrijk, Zwitserland en Slovenië. In Duitsland wint hij aan populariteit, wat geresulteerd heeft in een aanplant van 3500 hectare.
De eisen die Weissburgunder aan bodem en klimaat stelt, duiden op verwantschap met de Spätburgunder. Deze eisen zijn hoog. Het best voldoen warme, diepe en krachtige bodems, evenals droge en warme locaties. Het ras is makkelijk te telen en kan door een lange rijpingstijd hoge mostgewichten bereiken.
Weissburgunder presenteert zich bleek- tot lichtgeel in kleur, zacht en ingetogen in de geur. Kenmerkend is een licht nootachtig aroma.
Weissburgunder is niet al te alcoholisch en bezit een beschaafd aroma. Goed gekoeld is hij ook heerlijk als terraswijn.
Grauburgunder (Ruländer)
Grauburgunder is meestal droog, met gemiddelde body en flink wat zuren. Grauburgunder (Pinot Gris) kwam vanuit de Bourgogne terecht in Zwitserland en Hongarije, en van daaruit vermoedelijk in de 14de eeuw ook in Duitsland. De benaming Ruländer komt van de koopman Johann Ruland, die in 1711 in een tuin in het stadje Speyer een hem onbekende Burgunderdruif vond en die vermeerderde. De hoge kwaliteit van de wijnen overtuigde wijnboeren al in de 19de eeuw. Afhankelijk van de regio gaven ze er verschillende namen aan. Overgebleven zijn Ruländer, de naam waaronder hij als ras geklasseerd is, terwijl Grauer Burgunder en Grauburgunder voor Duitse wijnen toegelaten synoniemen zijn.
De Ruländer is behalve in Centraal-Europa ook elders in de wereld te vinden. In Duitsland heeft hij steeds meer aan betekenis gewonnen. Momenteel is er bijna 4400 hectare Duitse aanplant. Vroeger werd Grauburgunder meestal als Ruländer aangeduid.
Grauburgunder is in de regel droog, onder de naam Ruländer wordt nadrukkelijk lieblich aangeboden de kleur is bleek- of goudgeel.
Scheurebe
Scheurebe wijnen zijn ideale begeleiders van een aromatisch-kruidige keuken, van voorgerecht tot dessert. In 1916 slaagde druivenkweker Georg Scheu van de Landesanstalt für Rebenzüchtung Alzey erin om van een serie kruisingen van Riesling en Silvaner een nieuwe kruising te creëren die zijn naam zou gaan dragen. Die erkenning kwam pas eind 1945. De kruising zelf kreeg erkenning in de jaren vijftig, toen het lukte om er Beeren- en Trockenbeerenauslesen van te maken. Scheurebe geldt als een van de meest succesvolle Duitse kruisingen De Scheurebe stelt aan zijn omgeving bijna even hoge eisen als zijn vader Riesling.
Scheurebe wordt bijna uitsluitend als Prädikatswein aangeboden. De kleur varieert van lichtgeel via strogeel tot intens goudgeel. Zachte Kabinettwijnen en Spätlese van gemiddelde kracht vallen op door een typische neus en een harmonieuze verbinding van levendige zuren en fruitig zoet. Het nadrukkelijke aroma doet meestal denken aan zwarte bessen, mandarijn, limoen, perzik of zeer rijpe peer. De edelzoete varianten kenmerken zich door een lange houdbaarheid en bieden na vele jaren een indrukwekkend bouquet met perzik of rozen.
Gutedel
De vermoedelijke bakermat van Gutedel is waarschijnlijk Palestina, terwijl de teelt ervan langs de Nijl rond 3000 voor Christus als zeker geldt. Grieken en Romeinen kregen hem waarschijnlijk door toedoen van de zeevarende Feniciërs. In Duitsland werd Gutedel met zekerheid aan het begin van de 17de eeuw aangeplant.
De teelt van Gutedel in Duitsland is bijna volledig geconcentreerd in het Markgräflerland tussen Freiburg en de Zwitserse grens. Hij beslaat daar 1100 van de in totaal 3000 hectare die het district telt. Gutedel neemt genoegen met locaties van gemiddelde kwaliteit, zolang hij maar beschut is tegen koude winden. Hoge kwaliteit is te bereiken door langer te wachten met plukken, te meer omdat de druiven niet erg gevoelig voor rotting zijn.
De bijzondere aantrekkelijkheid van de wijnen is hun neutrale smaakkarakter. Daardoor komen bodem, microklimaat en ligging van de wijngaard onmiskenbaar in iedere wijn tot uiting. De meeste Gutedel wordt lichte, sappige doordrinkwijn. De frisse wijnen voor alledag zijn jong op hun best, terwijl betere kwaliteiten een zeker rijpingspotentieel van een paar jaar.
Gewürztraminer
Gewürztraminer is een monument van de Duitse wijncultuur dat de eeuwen overleefd heeft. Waar hij moet worden gerooid, wordt hij weer nieuw aangeplant. Sommige onderzoekers suggereren Griekenland als bakermat. Tramin in Zuid-Tirol is wat dat betreft omstreden, maar vast staat wel dat daar al in de 15de eeuw Traminer als miswijn aan de kloosters werd geleverd. Historische documenten vermelden de aanwezigheid van de druif in Duitsland in de 16de eeuw. De onzekere opbrengst verhinderde echter al vroeg een ruime verspreiding.
Gewürztraminer heeft een heel dikke, licht rossige schil en kan een rijpheid bereiken die overeenkomt met een hoge Auslese. Door de neiging tot vroegtijdig vruchtverlies vallen de opbrengsten vaak laag en variabel uit. Van de zeer aromatische en kruidige druif kunnen zowel normale als bijzonder verfijnde wijnen gemaakt worden. Afhankelijk van bodem en opbrengst zijn de wijnen eleganter of zwaarder, met soms behoorlijk wat alcohol. Wat ze delen is een relatief milde zuurgraad.
Elbling
De verfrissende Elbling hoort tot de oudste witte wijndruiven van Europa en kan bogen op een traditie van 2000 jaar. De Romeinen noemden hem vitis alba, de witte druif. Taalkundigen nemen aan dat uit het woord ‘alba’, via ‘alben’ en ‘elben’ de benaming Elbling is ontstaan. Historici zijn van mening dat de Romeinen de Elbling al rond het begin van de jaartelling naar Duitsland brachten, maar een omweg via Gallië wordt ook als mogelijkheid gezien. Van de Middeleeuwen tot in de 19de eeuw kende de Elbling een wijde verbreiding in Duitsland, zijn buurlanden en ook in Oost-Europa. Vandaag de dag is het een specialiteit die bijna alleen nog maar aan de Moezel geteeld wordt, in het bijzonder in het district Obermosel.
De aan de Obermosel overheersende kalkbodems laten zien waar de druif zich het beste thuis voelt. Hoewel de vroeg rijpende Elbling geen grote eisen aan de ligging stelt, krijgen de wijnen van stokken op deze muschelkalk toch het beste hun typerende frisheid. Elbling geeft royale opbrengsten, vooral als het om Qualitätswein gaat. Af en toe wordt ook wel Kabinett of Spätlese geproduceerd. Elbling wordt verwerkt tot frisse, neutrale tafelwijn of tot sekt. Hoogst zeldzaam is de mutatie Roter Elbling, die als witte wijndruif te boek staat maar een wijn met een roze blos produceert.
Chardonnay
Chardonnay is een van de populairste druiven ter wereld. Ook in Duistland groeit zijn aanplant gestaag. De wijnen zijn veelzijdig inzetbaar. Zoals zo veel oude druivenrassen is ook de Chardonnay afkomstig uit Voor-Azië. Met de uitbreiding van de wijncultuur kwam het ras naar Frankrijk en vond daar vooral in de Bourgogne een thuis. Een plaatsje bij Tournus met de naam Chardonnay heeft er misschien zijn naam aan gegeven. In de Bourgogne hebben de kloosters zich beziggehouden met de verbreiding en veredeling ervan. Met bijna 1100 hectare heeft de Chardonnay nu een aandeel van ongeveer 1% binnen de totale Duitse aanplant.
Chardonnay is goed bestand tegen winterkou en is niet erg gevoelig voor ziektes. Wel begunstigen de dunne schillen vorming van botrytis. Hogere stammen verbeteren de bloeivastheid. In de herfst rijpt hij net als de Weisser Burgunder vrij laat en kan hij kort voor de Riesling geplukt worden. Frisse, fruitige Chardonnay wordt ook tot sekt verwerkt. Betere kwaliteiten bezitten meestal de nodige alcohol en extract. Ze hebben body en lengte.
Sauvignon Blanc
De Sauvignon Blanc uit de koelere hogere breedtegraad van de Duitse wijngebieden zijn aangenaam fris en hebben heerlijke aroma's en fijne zuren. De Duitse Sauvignon Blanc scoort internationaal heel hoog vanwege de innemende frisheid. De Duitse Sauvignon Blanc is nog niet in grote hoeveelheden in Duitsland te vinden, maar vanwege het succes wordt er een verdere toename aan oppervlakte verwacht. Ook in bijvoorbeeld de Pfalz wordt deze druif in toenemende mate geteeld.
Om Sauvignon Blanc fris van smaak te houden moet hij in koele omstandigheden groeien. Daarom doet de druif het zo goed in landen als Duitsland. De druif bloeit laat en rijpt snel; hij heeft daarom geen extreme hitte nodig. Hij houdt wel van de zon, maar te veel hitte verwoest het belangrijkste aspect: het scherpe aroma en de zuren. Hij heeft dus een wat koeler klimaat nodig. Sauvignon Blanc heeft veel smaak. Mergel en kwarts leveren beter houdbare wijnen.
Bacchus
Bacchus of Early Scheurebe is een witte wijnstok die een kruising is tussen (Silvaner x Riesling) en Müller-Thurgau. Peter Morio en Bernhard Husfeld hebben ze in 1933 gekweekt in het Instituut voor Wijnbouw van Geilweilerhof en ze zijn in 1972 in Duitsland geregistreerd en in de rassenlijst opgenomen. De druivensoort wordt voornamelijk in Duitsland en Engeland geteeld.
Bacchus dankt zijn populariteit aan het feit dat het - in tegenstelling tot Riesling - een vroegrijp druivenras is dat zeer hoge rijpingsgraden bereikt en daarom ook gekweekt kan worden op locaties die voor Riesling grotendeels ongeschikt zijn. De wijnen die daaruit worden verkregen zijn aromatisch en fruitig, maar alleen wanneer de druiven volledig rijp zijn. De wijnen hebben echter soms te weinig zuur en worden daarom vaak gemengd met Müller-Thurgau. Bacchus is een ras van de edele wijnstok Vitis vinifera. Het heeft hermafrodiete bloemen en is daardoor zelf-bevruchtbaar.
Muskateller
De primitivo en de muscat zijn waarschijnlijk de oudste wijndruiven die er bestaan. Het zijn de Romeinen die dit weinig ziekteresistente ras naar Duitsland hebben gebracht. De muscat behoort daarmee tot de oudste warmteminnende druivenrassen in Europa. Muscat wordt soms de bijendruif genoemd, omdat bijen er verzot op zijn. De druif levert ook tafelwijnen en rozijnen. Er bestaan een groot aantal mutanten die aparte namen hebben gekregen. De belangrijkste zijn muscat à petit grain, muscat d'alexandrie en muscat ottonel.
Muscat is een druif die zeer lage opbrengsten geeft. Bij producties van 40-50 hectoliter per hectare is het suikergehalte al te laag en is de kwaliteit van de wijnen duidelijk minder. Het meest opvallende van muscat is dat het zeer aromatische wijnen voorbrengt met een muskaataroma. Men treft muscat in Duitsland aan en overal langs de Middellandse Zee. Ook in de Rhône in de AOC Beaumes-de-Venise en in de Elzas wordt muscat gebruikt. Deze druif wordt zo goed als overal ter wereld aangeplant.
Rode druivenrassen
Acolon
Dit in het Württembergse Weinsberg gekweekte ras voor rode wijn heeft in korte tijd een plaats binnen de Duitse rode wijnaanplant weten te veroveren. In 1971 slaagden druiventelers in Weinsberg in een succesvolle kruising van Lemberger en Dornfelder. Aan het begin van de 21ste eeuw kwam de druif uit op 100 hectare experimentele teelt, verspreid over 500 locaties. Nu hij voor reguliere teelt is vrijgegeven, bedraagt de aanplant ruim 450 hectare, overwegend in Baden-Württemberg en Rheinland-Pfalz.
De Acolon rijpt heel vroeg, bereikt een hoge kleurintensiteit en serieuze mostgewichten. Behalve mooie fruitaroma’s hebben de wijnen een goede structuur en lengte, met meestal een bescheiden hoeveelheid tannine. Acolon behoort net als de Dornfelder en Lemberger wijnen tot de meer krachtige wijnen met veel kleur.
Blauer Zweigelt
De voorname iets wat stijve Blauer Zweigelt, is iets minder bekend in de Duitse wijnbouw. Het is dan ook een typisch Oostenrijks product waar het leven serieus en rechtzinnig wordt geleefd. Blauer Zweigelt – of kortweg Zweigelt – is een druiven ras dat in 1922 door Friedrich “Fritz” Zweigelt gekruist is uit de rassen St. Laurent en Blaufränkisch in het Oostenrijkse instituut voor wijnbouw en pomologie. Fritz was als entomoloog vooral gespecialiseerd in insecten. Hij ontwikkelde de Zweigelt – ook wel ‘Rotburger’ genoemd – dan ook in de nasleep van de Phylloxeraplaag die eind 19de eeuw een spoor van vernieling door Europese wijngaarden trok.
Deze dus van oorsprong Oostenrijkse druif is met succes in de Duitse wijnbouw gebieden aangeplant. De dieprode wijnen die ervan gemaakt worden zijn doorgaans stevig maar vol aroma’s, en zachte tannines. Die eigenschap kreeg Zweigelt wellicht mee van St. Laurent, een druif waarvan lang werd gedacht dat hij nauw verwant was aan Pinot Noir. Goed beheerde Blauwer Zweigelt wijngaarden leveren zeer mooie predicaat wijnen.
Cabernet Dorsa
De Cabernet Dorsa is een nog jonge druivensoort (1971) die net als de Acolon ontstaan is uit een kruising van de Lemberger-druif met de Dornfelder-druif. De Cabernet Dorsa combineert het beste van zijn ouders. Het krachtige, onderscheidende karakter van de Dornfelder is een uitstekende aanvulling op het subtiele temperament van de Lemberger. Deze eigenschappen maken van Cabernet Dorsa een mooie krachtige wijn.
In Duitsland bedraagt de aanplant ongeveer 300 hectare, waarvan ruim de helft van deze rode wijn voorkomt in het Duitse wijngebied Württemberg. De naam doet vermoeden dat de Cabernetdruif één van de voorouders is maar dat is door DNA-onderzoek weerlegd. In 2012 is uit DNA-onderzoek gebleken dat de kruisingen Cabernet-Dorsa en Cabernet-Dorio niet de Cabernet sauvignon als ouder hebben maar de Lemberger. De Cabernet-Dorsa en Cabernet -Dorio en de Acolon hebben dus dezelfde ouders.
Domina
Domina, een kruising van Portugieser en Spätburgunder, is ontwikkeld als intens gekleurd ras voor rode wijnen. Vooral in Franken is de druif van belang geworden. Er staat daar 350 van de in totaal 400 hectare in Duitsland aangeplant. De wijnen hebben veel kleur en body met aangename zuren en tannines. De landbouwkundige en druivenkweker Peter Morio ontwikkelde deze in 1927 op het Duitse "Institut für Rebenzüchtung Geilweilerhof". In 1974 werd de druif officieel aan de soortenlijst toegevoegd. Het is daarmee een edele druif behorend tot de vitis vinifera.
Belangrijk aan deze druif is de goede vorstbestendigheid. Hij kan een hoog tanninegehalte en zuurgraad hebben. De wijn ervan is dieprood. Om deze reden wordt ze ook wel ingezet om bepaalde wijnen donkerder en sterker te maken. Ook in andere Duitse wijnstreken zoals in het wijngebied van de Ahr komt de Domina wel voor. En minder dan 1 hectare in Zwitserland.
Dornfelder
Deze nieuwe kruising van 50 jaar geleden is uitgegroeid tot een klassieker onder de Duitse rode wijnen. De Dornfelder is de meest succesvolle Duitse kruising voor rode wijndruiven. Zijn wortels liggen in Württemberg, in de plaats Weinsberg. Daar gaf wijnbouwdeskundige Imanuel Dornfeld de aanzet tot het stichten van de plaatselijke wijnbouwschool. Medio jaren zeventig, toen er welgeteld 100 hectare Dornfelder aangeplant stond, begon het ras aan een opmars. Tegenwoordig bedraagt de aanplant 8200 hectare. De Dornfelder vond de meeste weerklank bij wijnboeren in de Pfalz en Rheinhessen.
De Dornfelder is een robuuste, weinig gevoelige druif. Daarom verwijderen veel boeren aan het begin van de rijpingsperiode trossen om de opbrengst te reduceren en daarmee de concentratie in de overblijvende trossen te stimuleren. De trossen zijn niet al te compact en hebben daarom weinig last van rotting. Dornfelder stelt vrij hoge eisen aan de bodem.
Spätburgunder
Het druiven ras Spätburgunder behoort tot de vroegste rassen die in het westelijk deel van Centraal-Europa uit wilde druiven veredeld werden. Karel de Dikke introduceerde het in 884 aan het Bodenmeer. In Duitsland zijn ongeveer 12.000 hectare wijngaard met Spätburgunder aangeplant. Dat komt overeen met een aandeel van ruim 10% van de totale aanplant.
Dit edele en zeer oude ras vraagt de nodige zorg en stelt hoge eisen aan klimaat en bodem. Het gedijt het beste in zogenaamde ‘Rieslinglagen’, dat wil zeggen de beste locaties. Wanneer de groeicondities goed zijn, dan bereikt de Spätburgunder een topvorm en beloont hij de inspanningen met enkele van de mooiste rode wijnen ter wereld.
Van Spätburgunder wordt voornamelijk droge rode wijn gemaakt, deels ook met een zeker restzoet. Deze restzoet (Rz) is bepalend voor de droogte van de wijn. 1 gr/lit is erg droog en 9 gr/lit is dus minder droog, maar worden in beide gevallen droog genoemd. Wanneer de druiven direct na de pluk geperst worden, dan wordt er uit het kleurloze sap een Blanc de Noirs gemaakt, een witte wijn uit blauwe druiven.
Portugieser
De Portugieser staat te boek als ongecompliceerde, frisse en gemakkelijk drinkbare wijn voor alledag. Omdat hij niet te veel tannine heeft, is hij ook al in het voorjaar zeer goed drinkbaar. De herkomst van de Portugieser is niet helemaal duidelijk. Vermoedelijk liggen zijn wortels in Oostenrijk-Hongarije. Via Oostenrijk, waar hij in de 18de eeuw wordt vermeld, is hij naar Duitsland gekomen.
Het ras stelt geringe eisen aan bodem en ligging, maar is minder geschikt voor vochtige en zware bodems. Op arme zandbodems gedijen de stokken wel goed. Wanneer schade door vorst in de winter uitblijft, groeit de Portugieser voorspoedig en geeft hij goede opbrengsten. De trossen rijpen vroeg en kunnen al in de eerste helft van september geoogst worden voor Qualitätswein.
De Portugieser geldt als ongecompliceerde, aangename wijn voor alledag. Vol, sappig en fruitig. Hij heeft weinig tannine, ontwikkelt zich snel en is al in het voorjaar een harmonische, goed drinkbare wijn. Hij kan daarom wat koeler geschonken worden. De Portugieser heeft een kenmerkende eigen smaak en is een aangename begeleider van uiteenlopende gerechten maar ook een betrouwbaar en aangenaam maatje voor gezellige momenten.
Trollinger
In Württemberg is de Trollinger het meest geteelde ras voor rode wijn. Zuid-Tirol en het naburige Trentino is de bakermat van deze druif, die daar Vernatsch heet. De Romeinen brachten de druif de Alpen over, om te beginnen naar de Pfalz. In het midden van de 17de eeuw kwam hij ook terecht in Württemberg, waar de Duitse benaming Blauer Trollinger een begrip werd.
Tussen 1960 en 1990 groeide de aanplant van Trollinger in Duitsland met circa 1000 hectare tot een totaal van 2500. De afgelopen tien jaar is de aanplant vrijwel onveranderd gebleven. In Württemberg is de Trollinger de meest geteelde druif. Buiten Württemberg zijn Trollinger Wijnen vrijwel nergens anders te vinden (met uitzondering van een enkele producent in de Pfalz of in Baden). Slechts 35 hectare ligt buiten Württemberg. De concentratie in een van Duitslands zuidelijkste gebieden heeft een klimatologische reden, omdat de druif een lange vegetatieperiode nodig heeft om te rijpen.
Schwarzriesling
Vooral in Württemberg, maar niet alleen daar, is de Schwarzriesling (Pinot Meunier) erg geliefd. De naam van deze druif kan aanleiding geven tot het foutieve vermoeden dat de Schwarzriesling verwant zou zijn met de Riesling. Daarmee heeft hij echter alleen de late rijpheid en de vorm van de tros gemeen. Zijn oorsprong ligt in de Bourgogne. De aan de onderkant van de bladeren sterk behaarde mutatie van de Pinot Noir werd waarschijnlijk al eeuwen geleden geselecteerd.
Deze benaming verwijst naar de beharing van de bladeren, die er uit zien als met meel bestoven. Dankzij het instituut voor druiventeelt in Heilbronn en Weinsberg is het ras kwalitatief verder ontwikkeld, waardoor het een zekere verspreiding heeft kunnen vinden. In Duitsland is de teelt van de Schwarzriesling min of meer beperkt tot Württemberg. Momenteel is ruim 2400 hectare met Schwarzriesling aangeplant, waarvan 1800 hectare in Württemberg. De wijnen van de Schwarzriesling hebben een fruitig aroma en een elegante structuur.
Lemberger
Bij de Lemberger is al sinds jaren een gestage groei van de aanplant waar te nemen. Deze Württembergse specialiteit bereikt op goede locaties een topprestatie. Blauer Limberger is de officiële naam waaronder de druif geklasseerd is. Lemberger en Blaufränkisch zijn de voor Duitse wijnen toegelaten synoniemen. De laat rijpende Lemberger stamt waarschijnlijk uit wijngaarden langs de benedenloop van de Donau. In de tweede helft van de 18de eeuw wordt de aanwezigheid van Lemberger in Oostenrijk vermeld. De Württembergse Lemberger was de huiswijn van de eerste Bondspresident Theodor Heuss. Ook vorst Bismarck en Napoleon schijnen hem graag te hebben gedronken.
De wijnen zijn meestal intens zwartrood en bieden een krachtig aroma. Een goede zuurgraad, extract en tannine maken de pittige Lemberger lang houdbaar. Hoewel on-Duits is een succesrijke compositie de Lemberger met Trollinger. De wijn wordt dan als ‘Lemberger mit Trollinger’ of ‘Trollinger mit Lemberger’ aangeboden.
Regent
De Regent is in bijna alle wijnbouwgebieden te vinden. Momenteel zijn het bijna 2200 hectare. Daarmee bestaat ruim 2% van de Duitse aanplant uit Regent. Dankzij zijn vroege rijping, een meer dan gemiddeld mostgewicht en een hoge resistentie tegen wintervorst is het mogelijk de Regent ook aan te planten in marginale wijngaarden voor rode wijn. Regent is ook resistent tegen schimmelziekten, maar is gevoelig voor koude en wind. In dat geval bestaat gevaar van voortijdig vruchtverlies. De weerstand tegen valse meeldauw is dusdanig goed, dat gebruik van veel chemische plantbeschermingsmiddelen achterwege kan blijven. Omdat de wortels van de Regent wel gevoelig zijn voor de druifluis, moet hij wel geënt worden op de onderstokken.
Regent haalt mostgewichten die nog boven die van Spätburgunder uitkomen. Evenals bij Spätburgunder blijven de opbrengsten binnen de perken. De wijnen vallen dienovereenkomstig stevig uit. De bescheiden zuren maken het mogelijk er milde, soepele rode wijnen met een aantrekkelijke kleur van te maken.
Merlot
De Duitse aanplant bedraagt ruim 400 hectare. De helft daarvan ligt in de Pfalz, nog eens 140 hectare in Rheinhessen. Merlot rijpt vrij vroeg bij een goed mostgewicht. De behoorlijk donkere wijnen zijn zacht en soepel. Dat maakt ze toegankelijk voor veel wijndrinkers. Merlot wordt gedeeltelijk puur gebotteld en gedeeltelijk als Cuvée met andere druivenrassen op barrique opgevoed. De barriquewijnen zijn adequate begeleiders van krachtige gerechten, terwijl de eenvoudiger versies passen bij lichtere gerechten of kunnen gewoon op zichzelf gedronken worden.
Sinds 1997 wordt deze van oorsprong Franse druif geplant op de meest noordelijke breedtegraad en op de specifieke hellingen van de rivier dalen van Duitsland. Door de langere rijpingstijd en de langzamere groei zijn de Merlot wijnen uit Duitsland zachter en smaakvoller als die geteeld worden op zonniger en warmere wereld delen. Het rest suiker is van nagenoeg alle Merlot wijnen uit Duitse wijngebieden laag.
Samtrot
Fluweelrood is de naam van deze druif. Ze heet ook wel de fluwelen Württemberger. Het is een mutatie van de zwarte Riesling. In 1928 werd deze druif ontdekt door Herman Schneider in zijn wijngaard in Heilbronn. Momenteel staat er 400 hectare, voornamelijk in de regio Württemberg rond Heilbronn.
Verleidelijk zacht, zo presenteert het fluwelen rood zich. De zeldzame wijnstokvariëteit beperkte zich tot Württemberg. Omdat het ook een laagproductieve variëteit is zijn deze rode wijnen alle van hogere kwaliteit. Hij is ook niet erg gevoelig voor wintervorst. Samtrot is betoverend met zijn verleidelijke en elegante geur en heeft een fluweelachtig zachte smaak. Kleine bessen, laag hangend en zware trossen zijn de kenmerken van deze edele druif de opbrengsten wisselend. Samengevat is het een veelzijdige metgezel voor sociale avonden goedegesprekken met vaak een mooie afloop.
Mengwijn
De primitivo en de muscat zijn waarschijnlijk de oudste wijndruiven die er bestaan. Het zijn de Romeinen die dit weinig ziekteresistente ras naar Duitsland hebben gebracht. De muscat behoort daarmee tot de oudste warmteminnende druivenrassen in Europa. Muscat wordt soms de bijendruif genoemd omdat ze er verzot op zijn. De druif levert ook tafelwijnen en rozijnen. Er bestaan een groot aantal mutanten die aparte namen hebben gekregen. De belangrijkste zijn muscat à petit grain, muscat d'alexandrie en muscat ottonel.
Muscat is een druif die zeer lage opbrengsten geeft. Bij producties van 40-50 hectoliter per hectare is het suikergehalte al te laag en is de kwaliteit van de wijnen duidelijk minder. Het meest opvallende van muscat is dat het zeer aromatische wijnen voorbrengt met een muskaataroma. Wijnen van muscat geuren naar. Men treft muscat in Duitsland overal langs de Middellandse Zee aan. Ook in de Rhône in de AOC Beaumes-de-Venise en in de Elzas wordt muscat gebruikt. Deze druif wordt zo goed als overal ter wereld aangeplant.
|